Over de huizen

Sinds 1963 komt de familie Voskuilen in Bézenac. Wouter Voskuilen had de zomer ervoor een klein huisje gekocht in l’Auboil, een lieu-dit van Bézenac: een kamer met een zolder en een kleine tuin. Met water en elektriciteit, maar geen sanitaire voorzieningen. Toen Wouter en Liesbeth met hun zoon Joris er voor het eerst heengingen, kon Wouter het huis niet meer terugvinden. Een jongeman uit het dorp wist wel waar het huis van ‘les hollandais’ was en heeft ze erheen gebracht.

Na de geboorte van de tweede zoon Mattijs werd het huis in l’Auboil te klein. In 1966 kochten Wouter en Liesbeth het huis dat we nu Maison Martel noemen. Omdat het huis in l’Auboil klein was, werd dit aanvankelijk het grote huis genoemd. Volgens de metselaar was het huis minstens 300 jaar oud. De laatste bewoner had het huis 25 jaar ervoor verlaten. Op de begane grond bevonden zich een stal en een kippenhok, op de eerste etage een keuken en een slaapkamer. De zolder diende als opslagruimte en was alleen met een ladder bereikbaar. De schuur langs de weg werd gebruikt om tabak te drogen. De vloer van de schuur liep schuin, gelijk met de weg. Tussen het grote huis en de schuur lag de schuur van het huis van de buurvrouw, Marthe.

Het huis bevond zich na jaren van leegstand in erbarmelijke staat. Het dak, bedekt met platte stenen (lauzes) zat vol gaten en dreigde in te storten. De eerste jaren stonden dus in het teken van opknappen. Er werd een nieuw dak geplaatst, nieuwe vloeren gelegd, de stal werd omgebouwd tot keuken, het kippenhok werd uitgehakt en werd badkamer. De twee kamers op de eerste etage werden samengevoegd en de zolder werd het domein van de kinderen. En er werd een trap aangelegd van de keuken naar de zolder. De vloer in de schuur werd recht gemaakt en diende als opslag en logeerkamer. Van de lauzes van het dak heeft Wouter de buitentrappen gemaakt.

De situatie rond 1985

Eind jaren tachtig van de vorige eeuw overleed Marthe. Wouter en Liesbeth konden het huis kopen en hebben dat ook gedaan. In de nacht dat Marthe overleed stortte de schuur van haar huis in. Op die plek is een nieuwe zitkamer gebouwd. Het woonhuis van Marthe is opgeknapt en is een geheel zelfstandige woning. Ter nagedachtenis aan de vorige bewoonster noemen we het Maison Marthe. Na de aanschaf van Maison Marthe is het kleine huis in l’Auboil verkocht.

Vanaf 1963 werden vrijwel alle vakanties in Bézenac doorgebracht. Na hun pensionering woonden Wouter en Liesbeth de ene helft van het jaar in Bézenac, de andere helft van het jaar in Nederland. Na hun overlijden hebben Joris en Mattijs het stokje overgenomen.